Uit onderzoek is gebleken dat er in biologische melk wat meer vet, calcium, natrium en vitamine B zit.
Een voorbeeld: in biologische melk zitten meer omega-3 vetzuren. Deze vetzuren heeft de mens nodig, maar we kunnen ze zelf niet maken. We moeten ze binnenkrijgen via onze voeding. Deze vetzuren verkleinen de kans dat mensen last krijgen van hart- en vaatziekten of gewrichtspijn (reuma).
Een ander belangrijk verschil is dat er in biologische melk meer kappa-caseïne zit. Kappa-caseïne is een eiwit dat bepaalt hoeveel kaas je kan maken.
Verder is het belangrijk om te weten dat biologische melk niet gehomogeniseerd wordt. Hierdoor blijven de vetbolletjes in de melk heel, waardoor biologische melk een romigere smaak heeft dan gewone melk. Als je biologische melkt koopt, zie je vaak dat bovenin het pak of fles een laagje room zit. Dit zijn de vetbolletjes die zich daar ophopen.
Dat er verschil is tussen biologsche melk en niet-biologische melk komt door het verschil in voer tussen biologische koeien en niet-biologische koeien. Zo bestaat het dieet van een biologische koei voor het grootste deel uit ruwvoer (mais, hooi, gras, etc.) en mag maar een dan krachtvoer. En in het weiland van de biologische boer groeit gras vermengd met gezonde klavers.
Terug naar Biologisch voedsel